Bestonden de wegen of pistes tot Dongola hoofdzakelijk uit zand, grind en stof, sinds Dongola is er een keurige tweebaans asfaltweg. Dat fietst enerzijds gemakkelijk en het nodigt uit tot opschieten. Anderzijds gaat die weg meestal langs de dorpjes en moet je voor een babbel of koffie dus van de weg af. Het is soms even wikken tussen doorfietsen of pauze nemen.
Mijn slappe lijf gevoel in Dongola zet zich helaas een paar dagen door. Ik vertrek met de 'lunch truck' uit Dongola om alleen het tweede deel van de dag te fietsen. Dat is een goede keus. In de middag rijd ik lekker tot ons volgende kamp bij een irrigatiekanaal. Vanwege de grote hoeveelheid rondom liggende karkassen dopen we het kamp al snel 'Dead Camel Camp'. Per dag wordt het nu merkbaar een graadje warmer. Het zweet van de dag verwijder ik met behulp van een paar vochtige doekjes en flink nawrijven met een ruwe handdoek. Omdat het niet goed is om na twee dagen diarrhee en slapte 160 kilometer door de woestijnhitte te fietsen, rijd ik dag twee na Dongola helemaal met de 'dinner truck'. Onderweg stoppen we gelukkig bij een markt, zodat ik even wat kan drinken en fotograferen. Overal ontmoet je vriendelijkheid, interesse en een poging tot gesprek; een verademing na toeristisch Egypte.
Het is verbazend te zien hoe professioneel het personeel van de dinner truck het kamp opbreekt, vele kilometers verderop een nieuwe stek kiest en het weer opbouwt. Zware klussen die in snel tempo geklaard worden. Als de eerste rijders verschijnen staat de soep alweer te dampen. Iedereen neemt wel een bord of twee. Dan is er tijd om de tent op te zetten, bij te komen, te lezen en wat te schrijven. Meestal ben ik te suf om nog veel nuttigs te doen. Het dagboek bijwerken loopt dan ook wel eens een paar dagen achter.
Woensdag stap ik vol goede moet weer op de fiets. De ochtend valt me zwaar. Vertrekken met een volgevreten maag is sowieso niet zo goed. Na een paar uur heb ik al heel wat water en energiedrank gedronken, een energiereep weggeknaagd en nog een paar biskwietjes. Tijdens het fietsen ontwikkel ik zoveel warmte en krijg ik nog meer van dat laatste van boven ingestraald, waardoor de ingewanden een borrelende brei gaan bevatten welke niet bevorderlijk is voor het welbevinden. Ik kauw bij de lunch dan ook met moeite nog een sandwich naar binnen. Het liefst wil ik alleen koel drinken. Maar ja, hoewel belangrijk, kan ik alleen daarvan niet leven. Weer een middag op de truck dus, want ik wil niet op mijn zijkant buiten de lijntjes belanden.
Donderdag wil ik persé rijden, want dan is de intocht in Khartoum. Ik voel me gelukkig weer stukken sterker, dus dat lukt. Er is voor belangstellenden eerst een tijdrit ingelast. Niets voor mij, dus ik kachel de 66 kilometer naar de lunchstop. Van daaraf rijden we in konvooi eerst door Omdurman, steken via een hoge brug de Witte Nijl over en zien wat van hoogbouw in de centra welke Khartoum heeft. We rijden een idiote route door Zuid Khartoum en belanden uiteindelijk op de 'National Camping Residence'. Na deze bijzonder warme rit (schaduw 39 & zon 46) is iedereen blij van de fiets te kunnen stappen. In dit vakantieoord huist ook een grote groep politiemensen-in-opleiding uit Zuid Khordofan. Al snel heb ik veertig belangstellenden om me heen staan. Ik pak de kaart erbij en zij laten zien waar hun woon- en werkplaatsen zijn. Ik vertel hoe onze route is geweest en verder zal gaan en moet natuurlijk een demonstratie ligfietsen geven. 's Avonds eet ik met een paar rijders in een nabijgelegen 'shopping mall'. De grootste tegenstelling tot nu toe; het is er zeer westers en er zijn allerlei snelle-hap restaurants.
Teruggekeerd bij het kamp blijkt de TL-verlichting boven mijn tent niet uit te gaan; deze nacht dus een (g)eensterren hemel. Maar dan klinkt er ritmische muziek in een verre hoek. Het blijkt dat de politielui een spel aan het spelen zijn. Opgezweept door de muziek moeten ze proberen zolang mogelijk hun evenwicht te bewaren waarbij één voet dicht bij de grond blijft en met de andere voet stevig gestampt wordt. Het lijkt op een rituele dans, maar ze verzekeren mij dat het echt een spel is en dat er eigenlijk geen winnaar of verliezer is. Het gaat om de lol en dat hebben zij en wij zeker. Ik lig pas laat in de lakenzak.
Vandaag eerst de was afgegeven, ontbeten met krakende sesamstengels, yoghurt en mangosap. Per taxi de stad in, waar het nogal doods is, want vrijdag is zondag. Eerst de Blauwe Nijl begroet om vervolgens de St. Mattheuskerk met een bezoek te vereren. Even aandringen om binnen te mogen, maar als dat eenmaal is gelukt, kan ik vrij rondkijken. Er zijn trouwens opvallend veel christelijke kerken in dit islamitische land. Ik loop via een stuk van de markt weer terug naar de Nijl om bij het samenvloeiingspunt van Blauw en Wit te constateren, dat dat weinig spectaculair is. Eerst de politie op de brug trouwens moeten beloven geen foto's te maken. En ik zeg het maar eerlijk: deze belofte heb ik gebroken.
Dan is het weer tijd voor eten en drinken. Een van de talrijke tuinen langs de Blauwe Nijl biedt schaduw, shwarma, koffie, muziek en een aflevering van de nabijgehouden moskee dienst. De minaret geeft enkele seconden na de radio een echo af. Tot het Nationale Museum om 15h00 opengaat werk ik het dagboek een beetje bij. Het eenvoudige museum heeft een kleine opstelling van oudheden. Er is redelijke uitleg over de diverse vindplaatsen en de daar eens bloeiende culturen. Een taxi brengt me naar het internetstekkie dat ik nu weer ga verlaten om een paar borden eten te verwerken. Morgen moet ik immers weer trappen.
Het is hier heerlijk!!
Mijn slappe lijf gevoel in Dongola zet zich helaas een paar dagen door. Ik vertrek met de 'lunch truck' uit Dongola om alleen het tweede deel van de dag te fietsen. Dat is een goede keus. In de middag rijd ik lekker tot ons volgende kamp bij een irrigatiekanaal. Vanwege de grote hoeveelheid rondom liggende karkassen dopen we het kamp al snel 'Dead Camel Camp'. Per dag wordt het nu merkbaar een graadje warmer. Het zweet van de dag verwijder ik met behulp van een paar vochtige doekjes en flink nawrijven met een ruwe handdoek. Omdat het niet goed is om na twee dagen diarrhee en slapte 160 kilometer door de woestijnhitte te fietsen, rijd ik dag twee na Dongola helemaal met de 'dinner truck'. Onderweg stoppen we gelukkig bij een markt, zodat ik even wat kan drinken en fotograferen. Overal ontmoet je vriendelijkheid, interesse en een poging tot gesprek; een verademing na toeristisch Egypte.
Het is verbazend te zien hoe professioneel het personeel van de dinner truck het kamp opbreekt, vele kilometers verderop een nieuwe stek kiest en het weer opbouwt. Zware klussen die in snel tempo geklaard worden. Als de eerste rijders verschijnen staat de soep alweer te dampen. Iedereen neemt wel een bord of twee. Dan is er tijd om de tent op te zetten, bij te komen, te lezen en wat te schrijven. Meestal ben ik te suf om nog veel nuttigs te doen. Het dagboek bijwerken loopt dan ook wel eens een paar dagen achter.
Woensdag stap ik vol goede moet weer op de fiets. De ochtend valt me zwaar. Vertrekken met een volgevreten maag is sowieso niet zo goed. Na een paar uur heb ik al heel wat water en energiedrank gedronken, een energiereep weggeknaagd en nog een paar biskwietjes. Tijdens het fietsen ontwikkel ik zoveel warmte en krijg ik nog meer van dat laatste van boven ingestraald, waardoor de ingewanden een borrelende brei gaan bevatten welke niet bevorderlijk is voor het welbevinden. Ik kauw bij de lunch dan ook met moeite nog een sandwich naar binnen. Het liefst wil ik alleen koel drinken. Maar ja, hoewel belangrijk, kan ik alleen daarvan niet leven. Weer een middag op de truck dus, want ik wil niet op mijn zijkant buiten de lijntjes belanden.
Donderdag wil ik persé rijden, want dan is de intocht in Khartoum. Ik voel me gelukkig weer stukken sterker, dus dat lukt. Er is voor belangstellenden eerst een tijdrit ingelast. Niets voor mij, dus ik kachel de 66 kilometer naar de lunchstop. Van daaraf rijden we in konvooi eerst door Omdurman, steken via een hoge brug de Witte Nijl over en zien wat van hoogbouw in de centra welke Khartoum heeft. We rijden een idiote route door Zuid Khartoum en belanden uiteindelijk op de 'National Camping Residence'. Na deze bijzonder warme rit (schaduw 39 & zon 46) is iedereen blij van de fiets te kunnen stappen. In dit vakantieoord huist ook een grote groep politiemensen-in-opleiding uit Zuid Khordofan. Al snel heb ik veertig belangstellenden om me heen staan. Ik pak de kaart erbij en zij laten zien waar hun woon- en werkplaatsen zijn. Ik vertel hoe onze route is geweest en verder zal gaan en moet natuurlijk een demonstratie ligfietsen geven. 's Avonds eet ik met een paar rijders in een nabijgelegen 'shopping mall'. De grootste tegenstelling tot nu toe; het is er zeer westers en er zijn allerlei snelle-hap restaurants.
Teruggekeerd bij het kamp blijkt de TL-verlichting boven mijn tent niet uit te gaan; deze nacht dus een (g)eensterren hemel. Maar dan klinkt er ritmische muziek in een verre hoek. Het blijkt dat de politielui een spel aan het spelen zijn. Opgezweept door de muziek moeten ze proberen zolang mogelijk hun evenwicht te bewaren waarbij één voet dicht bij de grond blijft en met de andere voet stevig gestampt wordt. Het lijkt op een rituele dans, maar ze verzekeren mij dat het echt een spel is en dat er eigenlijk geen winnaar of verliezer is. Het gaat om de lol en dat hebben zij en wij zeker. Ik lig pas laat in de lakenzak.
Vandaag eerst de was afgegeven, ontbeten met krakende sesamstengels, yoghurt en mangosap. Per taxi de stad in, waar het nogal doods is, want vrijdag is zondag. Eerst de Blauwe Nijl begroet om vervolgens de St. Mattheuskerk met een bezoek te vereren. Even aandringen om binnen te mogen, maar als dat eenmaal is gelukt, kan ik vrij rondkijken. Er zijn trouwens opvallend veel christelijke kerken in dit islamitische land. Ik loop via een stuk van de markt weer terug naar de Nijl om bij het samenvloeiingspunt van Blauw en Wit te constateren, dat dat weinig spectaculair is. Eerst de politie op de brug trouwens moeten beloven geen foto's te maken. En ik zeg het maar eerlijk: deze belofte heb ik gebroken.
Dan is het weer tijd voor eten en drinken. Een van de talrijke tuinen langs de Blauwe Nijl biedt schaduw, shwarma, koffie, muziek en een aflevering van de nabijgehouden moskee dienst. De minaret geeft enkele seconden na de radio een echo af. Tot het Nationale Museum om 15h00 opengaat werk ik het dagboek een beetje bij. Het eenvoudige museum heeft een kleine opstelling van oudheden. Er is redelijke uitleg over de diverse vindplaatsen en de daar eens bloeiende culturen. Een taxi brengt me naar het internetstekkie dat ik nu weer ga verlaten om een paar borden eten te verwerken. Morgen moet ik immers weer trappen.
Het is hier heerlijk!!