vrijdag 20 maart 2009

IRINGA

De eerste fietsdag vanuit Arusha is een gemakkelijke. Wel druk op de weg met safari-landcruisers, maar de matige wind blaast in de rug en we hebben asfalt. Onderweg bezoeken we een 'slangentuin' en zien we giraffen. Verder ook weer veel vogels maar verder geen groot wild. We kamperen in een primitief kampje vlakbij het Manyara meer en het Tarangire wildpark. Nadat ik een vijfde lekke band heb gekregen, onderzoek ik de boel nog maar eens en alle lekken blijken op dezelfde plaats te ontstaan. De buitenband heeft een verdachte plek en vervangen brengt gelukkig de oplossing.

De volgende dag gaat het er gelijk ruiger aan toe; asfalt is er voorlopig niet meer bij en de weg bestaat soms uit klei maar meestal uit grove kiezels of zand. Het is een gehobbel van jewelste, maar door de dubbele vering kom ik redelijk snel vooruit. De hellingen omhoog met keien zijn wel moeilijk voor me en dan moet ik soms een stukje lopen. Iedereen is trouwens verbaasd dat ik diezelfde hellingen naar beneden juist zo gemakkelijk af kom; het zijn soms net droge rivierbeddingen.


Het regent af en toe even heftig, meestal aan het einde van de dag of in de avond. We meanderen om de modderpoelen en ravotten met de rotsige weg. Menigeen stuitert 's nachts in de tent nog na. In de verte zie ik zebra's en twee keer zie ik een paar apen de weg oversteken. Ze zijn helaas te snel verdwenen om op de foto te krijgen. We rijden dwars door onbewoonde gebieden met eigenlijk oerwoud om ons heen. Het landschap is weer totaal anders dan voorheen en het blijft mooi dat allemaal vanaf de fiets te ervaren. De enkele dorpjes die er soms zijn, geven de gelegenheid wat van het geïsoleerde leven te zien en een hapje en frisdrankje te nemen.

De tent is 's ochtends meestal nog nat, dus inpakken moet met wat meer zorg gebeuren en neemt wat meer tijd in beslag. Nadat er al een probleem is geweest om de trailer met watertank (500 l.) de helling over te krijgen, gaat later van één van de trucks de ophanging van de achtervering kapot; het ziet er naar uit dat die niet meer dezelfde avond in Dodoma aan kan komen. Die middag zit ik in de truck, dus ik moet op een ander manier verder. Fietsen gaat even niet, maar ik kan met de juist passerende pastoor meeliften. Deze heeft me keurig bij ons hotel in Dodoma afgeleverd, waar ik uit voorzorg een kamer neem, want als de truck niet komt heb ik ook geen tent. Kort voor duister invalt komt de truck toch nog; eten hebben we dan al via het hotel geregeld. Er is voor zestig personen een buffet georganiseerd. Maar het personeel van het hotel beseft niet dat we hongerige fietsers zijn. Onze eigen kok springt snel bij om tot drie keer toe rijst, groenten en vlees aan te laten vullen.

De dag daarna is het een korte rit van slechts 95 km. Het wordt een echt warme dag vanwege de sterke zonnestraling; er zijn gewoon weer even minder wolken ondanks de regentijd. Met veel steenslag, weinig heuvels en nu langs weer wat meer dorpen bereiken we ons volgende 'bushcamp'. Omdat er een dorpje op ongeveer een kilometer vandaan ligt, hebben we weer veel belangstelling van de bevolking. Altijd goed voor een praatje en een enkele leuke foto. De teelt van gewassen waar men van leeft wordt steeds beter zichtbaar; er is meer landbouwgrond rond de dorpen. Gisteren waren dat hoofdzakelijk zonnebloemen en het leek zelfs even Frankrijk. De truck gaat voor een tweede keer kapot en komt pas na zonsondergang bij het kamp. Dat werd tent opzetten in het donker.

De dagen erna zien er min of meer hetzelfde uit, maar er doen zich ook wat ernstiger zaken voor. Paul komt dusdanig ten val dat hij naar huis terug moet om zijn zwaar beschadigde elleboog te laten repareren; helaas einde Tour d'Afrique voor een zeer serieuze rijder. En er zijn meer valpartijen, dus de zusters moeten de hele verbandtrommel erbij halen om schrammen en gaten in de huid te dichten. Waarschijnlijk zijn zes fietsdagen over hobbel-de-bobbel wegen een beetje te veel van het goede; een paar rijders geven aan echt moe te zijn. Enkelen slaan zelfs een paar fietsdagen over en nemen de lokale bus naar Iringa. Als ik dit schrijf, is het volgende slachtoffer voorbereidingen aan het treffen om naar huis te gaan met een vermoedelijke niersteen. Verder hebben we een typhusgeval, een nierontsteking en een val na overmatig biergebruik.

Ik ga hier weer naar de kapper, maar de man heeft kennelijk geen ervaring met blond sluik haar. Met mijn aanwijzingen is de 'coupe Iringa' uiteindelijk een ultra korte coiffure geworden. En verder gaat het goed. Ik heb flinke honger en wil morgen weer fietsen. Vanaf hier is er overigens volop asfalt dus alleen de bergen mogen me nog dwars zitten. Ik verheug me erop het volgende stukje Afrika op mijn rug te nemen. De groeten vanuit een vriendelijk en bedrijvig stadje, waar het lekker warm is, het eten goed smaakt en alle kindertjes weer op de foto willen.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Hi Ed,

Je verhalen blijven leuk om te lezen. Zet hem op daar!

Groetjes, Elsbeth

Anoniem zei

hoi @je!
het is en blijft een fantastisch avontuur daar. mooi!
keep 'm rolling!
L.