Vertrekkend uit Chitimba gaan we terug de bergen in. Die eerste beklimming rijd ik met de truck mee, want mijn maag heeft al enkele dagen last van kramp als ik meer dan twee boterhammen probeer te eten. Het blijft er wel in, maar tijdens het eten krijg ik een soort lichte misselijkheid. Fietsen is daarna even geen pretje. In de loop van de ochtend wordt het wel beter. Tijdens het eerste deel van de rit is er een fraai uitzicht over het meer. Er vallen nog zware buien en die contrasteren mooi met de spiegeling in het water van het felle licht van de opkomende zon. De weg is bochtig en de truck gaat traag. De fietsers zullen het niet gemakkelijk hebben.
Ik eet er nog wat bij op het lunchpunt en vanaf daar fiets ik naar Mzuzu. Bij binnenrijden van het stadje blokkeert mijn achterwiel omdat het spatbord afbreekt. Ter plekke sloop ik beide spatborden eraf en maak één van de vele nieuwsgierige omstanders gelukkig met de nog bruikbare restanten. Als je hier nog eens komt en je ziet een lokale fiets met smalle banden en brede spatborden, dan weet je hoe dat komt. We verblijven in de tuin van een mooie lodge, zodat we over fatsoenlijke douchefaciliteiten beschikken. Dat is lekker in dit plakkerige klimaat. Ondanks dat de temperatuur ergens in de twintig graden is, zorgt het hoge vochtgehalte voor een hoop geplak.
We behoren de volgende dag weer terug naar het meer te rijden, maar een stuk zuidwaarts is een brug weggespoeld en daardoor de weg afgesloten. We vervolgen onze route dan maar door de bergen, waarop een zestal mensen besluit hun fiets even aan de bananen te hangen en zelfstandig alsnog naar het meer terug te keren voor een paar dagen rust. Ook haakt hier een rijder af die er na bijna drie maanden achterkomt, dat fietsen toch niet zijn passie is. Evenmin had hij door waar hij dan wel aan het fietsen was .... Ik vind dat hij het nog lang uitgehouden heeft.
De route door de bergen is één dag korter dan voorzien met als gevolg een extra rustdag in Lilongwe. We rijden hellinkje-op-hellinkje-af en dat is soms op het saaie af. Wat voor voldoende afwisseling zorgt zijn de werkelijk fantastische vergezichten en de soms apart gevormde bergen; ronde kale basaltkogels in het weelderig begroeide landschap. Verder zijn er natuurlijk de dorpen maar het is hier minder dicht bevolkt dan de kuststrook. Wordt bij het meer mais en rijst verbouwd, in de bergen is het vooral mais, bananen en tabak. Onder menig afdak hangt de oogst van dat laatste te drogen en in één van de dorpen zie ik hoe het verpakt en op de truck geladen wordt. Een veel te zwaar en flink scheef bepakte vrachtwagen passeert me en een paar kilometer verderop zie ik hem alweer weer in de berm hangen.
Ik heb al geruime tijd geen ezels en paarden meer gezien. Hier worden koeien gebruikt voor het trekken van de kar en zwaar werk op de akkers; mensen doen het lichtere werk. Helemaal nieuw sinds het begin van de tocht zijn varkens. Voornamelijk kleine zwarte exemplaren scharrelen langs de weg en tussen de huizen. Vervoer van zo'n beest gaat achterop de fiets en om niet teveel herrie in het dorp te krijgen, wordt de bek dichtgebonden met stro.
Een enkele keer is er een politie controlepost. Meestal rijden we daar rustig door, maar ik moet ook nu weer een keer stoppen. Niet omdat mijn papieren gecontroleerd moeten worden, maar om mijn fiets te bewonderen en de werking uitgelegd te krijgen. Ik vertel over de voor- en nadelen van mijn fiets, hoe de onderdelen en de kilometerteller werken en dat ik vandaag alleen een deel van de dag rijd omdat ik me niet helemaal fit voel. De agenten begrijpen nu kennelijk dat ik liggend fiets omdat ik beroerd ben. 'Misschien kunt u ons laten zien hoe u de fiets weer in normale positie zet als u zich weer gezond voelt'. Dan pas snappen de mannen dat op mijn fiets altijd in liggende houding gefietst wordt en er geen rechtop mogelijkheid is. Zij lachen en zijn verbaasd dat ik zoveel kilometers in liggende houding afleg en wensen me -met de zegen van onze lieve heer- een behouden vervolg van de reis.
Verder in de richting van Lilongwe komen er langs de weg vooral pompoenen, komkommers en bonen in de verkoop. Tijdens een praatje wordt me duidelijk gemaakt dat binnenkort ook aardnoten geoogst gaan worden. In de winkel zie je verpakte 'Malawi nuts', een lokaal gebrande pinda met wat zout en kruiden. Als buitenlander ben je hier nog wel een 'Mzungu' en nog immer wordt er om geld gevraagd. Eénmaal zelfs op bescheiden toon in keurig Engels: 'Hey white man, give me your money'. Ik krijg haast de neiging om dit keer maar toe te geven.
De dagen tot Lilongwe regent het niet meer en we hopen stilletjes dat de regentijd een beetje over is. Maar wraak volgt; enkele kilometers voor ik in het kamp aankom, begint het weer flink te plenzen en doorweekt stap ik van de fiets. Eerst maar een drankje alvorens de tent op te zetten. Het regent die nacht en de daarop volgende dag nog weer een paar keer flink. Het dichtmaken van de tentnaden heeft gelukkig succes gehad; lekken blijven uit.
In Lilongwe gaan we op jacht naar geldautomaten, lokale lekkernijen en omdat we sommige etenswaar ook wel missen ook op bezoek bij de westers ogende supermarkt. Er is een keurig café waar heerlijke koffie met lekkere broodjes wordt geserveerd en dat is natuurlijk niet goed voor me gezien de eerdere maagkramp. De tweede rustdag besteed ik dan ook in lamlendige toestand in de onmiddelijke omgeving van mijn tent. Zie hier de reden van het late verschijnen van dit bericht. Er komen nog twee Nederlandse reizigers in het kamp op doorreis naar vrienden in Zambia. Ik hoor ze de receptie verzoeken of ze meegebrachte rookworsten in de koeling mogen stallen. Ik krijg ineens zin in boerenkool en spruitjes.
Ik eet er nog wat bij op het lunchpunt en vanaf daar fiets ik naar Mzuzu. Bij binnenrijden van het stadje blokkeert mijn achterwiel omdat het spatbord afbreekt. Ter plekke sloop ik beide spatborden eraf en maak één van de vele nieuwsgierige omstanders gelukkig met de nog bruikbare restanten. Als je hier nog eens komt en je ziet een lokale fiets met smalle banden en brede spatborden, dan weet je hoe dat komt. We verblijven in de tuin van een mooie lodge, zodat we over fatsoenlijke douchefaciliteiten beschikken. Dat is lekker in dit plakkerige klimaat. Ondanks dat de temperatuur ergens in de twintig graden is, zorgt het hoge vochtgehalte voor een hoop geplak.
We behoren de volgende dag weer terug naar het meer te rijden, maar een stuk zuidwaarts is een brug weggespoeld en daardoor de weg afgesloten. We vervolgen onze route dan maar door de bergen, waarop een zestal mensen besluit hun fiets even aan de bananen te hangen en zelfstandig alsnog naar het meer terug te keren voor een paar dagen rust. Ook haakt hier een rijder af die er na bijna drie maanden achterkomt, dat fietsen toch niet zijn passie is. Evenmin had hij door waar hij dan wel aan het fietsen was .... Ik vind dat hij het nog lang uitgehouden heeft.
De route door de bergen is één dag korter dan voorzien met als gevolg een extra rustdag in Lilongwe. We rijden hellinkje-op-hellinkje-af en dat is soms op het saaie af. Wat voor voldoende afwisseling zorgt zijn de werkelijk fantastische vergezichten en de soms apart gevormde bergen; ronde kale basaltkogels in het weelderig begroeide landschap. Verder zijn er natuurlijk de dorpen maar het is hier minder dicht bevolkt dan de kuststrook. Wordt bij het meer mais en rijst verbouwd, in de bergen is het vooral mais, bananen en tabak. Onder menig afdak hangt de oogst van dat laatste te drogen en in één van de dorpen zie ik hoe het verpakt en op de truck geladen wordt. Een veel te zwaar en flink scheef bepakte vrachtwagen passeert me en een paar kilometer verderop zie ik hem alweer weer in de berm hangen.
Ik heb al geruime tijd geen ezels en paarden meer gezien. Hier worden koeien gebruikt voor het trekken van de kar en zwaar werk op de akkers; mensen doen het lichtere werk. Helemaal nieuw sinds het begin van de tocht zijn varkens. Voornamelijk kleine zwarte exemplaren scharrelen langs de weg en tussen de huizen. Vervoer van zo'n beest gaat achterop de fiets en om niet teveel herrie in het dorp te krijgen, wordt de bek dichtgebonden met stro.
Een enkele keer is er een politie controlepost. Meestal rijden we daar rustig door, maar ik moet ook nu weer een keer stoppen. Niet omdat mijn papieren gecontroleerd moeten worden, maar om mijn fiets te bewonderen en de werking uitgelegd te krijgen. Ik vertel over de voor- en nadelen van mijn fiets, hoe de onderdelen en de kilometerteller werken en dat ik vandaag alleen een deel van de dag rijd omdat ik me niet helemaal fit voel. De agenten begrijpen nu kennelijk dat ik liggend fiets omdat ik beroerd ben. 'Misschien kunt u ons laten zien hoe u de fiets weer in normale positie zet als u zich weer gezond voelt'. Dan pas snappen de mannen dat op mijn fiets altijd in liggende houding gefietst wordt en er geen rechtop mogelijkheid is. Zij lachen en zijn verbaasd dat ik zoveel kilometers in liggende houding afleg en wensen me -met de zegen van onze lieve heer- een behouden vervolg van de reis.
Verder in de richting van Lilongwe komen er langs de weg vooral pompoenen, komkommers en bonen in de verkoop. Tijdens een praatje wordt me duidelijk gemaakt dat binnenkort ook aardnoten geoogst gaan worden. In de winkel zie je verpakte 'Malawi nuts', een lokaal gebrande pinda met wat zout en kruiden. Als buitenlander ben je hier nog wel een 'Mzungu' en nog immer wordt er om geld gevraagd. Eénmaal zelfs op bescheiden toon in keurig Engels: 'Hey white man, give me your money'. Ik krijg haast de neiging om dit keer maar toe te geven.
De dagen tot Lilongwe regent het niet meer en we hopen stilletjes dat de regentijd een beetje over is. Maar wraak volgt; enkele kilometers voor ik in het kamp aankom, begint het weer flink te plenzen en doorweekt stap ik van de fiets. Eerst maar een drankje alvorens de tent op te zetten. Het regent die nacht en de daarop volgende dag nog weer een paar keer flink. Het dichtmaken van de tentnaden heeft gelukkig succes gehad; lekken blijven uit.
In Lilongwe gaan we op jacht naar geldautomaten, lokale lekkernijen en omdat we sommige etenswaar ook wel missen ook op bezoek bij de westers ogende supermarkt. Er is een keurig café waar heerlijke koffie met lekkere broodjes wordt geserveerd en dat is natuurlijk niet goed voor me gezien de eerdere maagkramp. De tweede rustdag besteed ik dan ook in lamlendige toestand in de onmiddelijke omgeving van mijn tent. Zie hier de reden van het late verschijnen van dit bericht. Er komen nog twee Nederlandse reizigers in het kamp op doorreis naar vrienden in Zambia. Ik hoor ze de receptie verzoeken of ze meegebrachte rookworsten in de koeling mogen stallen. Ik krijg ineens zin in boerenkool en spruitjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten