zondag 12 april 2009

LIVINGSTONE

'Your bike, Sir, is it a car?' vraagt de dame bij een garagebedrijf annex bar, waar ik een colaatje drink. 'No madam, it is definitely a bike'. Het is dan nog een kilometertje of dertig te gaan naar ons volgende bush camp, zoals we er al een flink aantal hebben gehad. Ergens een zijweg inslaan en tentje in het veld zetten. Geen douche behalve de waterfles en een toilet maak je zelf maar ergens verderop in de bosjes. Het is gewoonte geworden en om te slapen zijn het eigenlijk de fijnste plekjes. Rustige omgeving met 's nachts alleen het geluid van een beetje wind, soms een beest of gesnurk uit een naburige tent. Sinds Lusaka heeft het niet meer geregend en zijn de nachten weer helder. De buitentent kan dus weer helemaal open blijven en als ik me omdraai geniet ik even van de sterrenhemel. Nu de maan weer afneemt wordt dat een steeds prachtiger gezicht. Het landschap is al veel vlakker, maar met de mindere conditie vanwege mijn mindere eetlust is iedere glooiing er een teveel. Sommige dagen fiets ik dan ook ongeveer voor de helft.

Er blaast een fikse zijwind. De dag naar Livingstone gaat de weg nog gedeeltelijk door de bush. Ik kan nog eens mijn eerder opgedane ervaring als 'off road' rijder ten uitvoer brengen. Enkele malen kruisen we ook het smalspoorlijntje naar Livingstone; eens onderdeel van het door de Engelsen geplande traject van Cairo naar Kaapstad met de trein. Ze hebben het niet voor elkaar gekregen, met de fiets lukt het beter. In Livingstone staan onze tentjes op een door een Nederlander beheerd terrein. De faciliteiten zijn prima. In de avonden heb je op het toilet en in de douche gezelschap van een twintigtal kikkertjes. Het kan ongezelliger! De dame van de receptie regelt subiet taxi's naar de stad of de waterval, maar zoals eerder is de snelheid van de keuken zwaar beneden peil. Als ik met de eigenaar een gesprekje voer, geeft hij aan de keukenbrigade niet vlotter aan de slag te krijgen. Ze staan er met genoeg mensen en het eten is smakelijk, maar van efficient werken bakken ze niets.

Omdat ik me bijna dagelijks beroerd blijf voelen, breng ik een bezoek aan de kliniek. Ik wordt gewogen (72kg is normaal), de bloeddruk wordt opgemeten en mijn klachten worden door de Zambiaanse dokter aangehoord. Dan terug naar de wachtkamer. Tien minuten later krijg ik vier soorten pillen in de hand gestopt met evenzovele slik- en kauwinstructies. Maar wat er aan de hand is, krijg ik niet direct te horen. Dus maar eens gevraagd en dan vertelt mevrouw de dokter me, dat ik ze denkt dat ik 'gastritis' heb. En omdat ze dat alleen maar denkt, vraag ik haar of er nog andere vermoedens kunnen zijn, want ik heb geen zin in vier soorten pillen voor vijf dagen terwijl ze het misschien mis heeft. 'When did you have your last dewims?' vraagt ze dan met het typische Afrikaanse accent. Geen idee waar ze het over heeft, maar met het medisch handboek erbij begrijp ik dat ze een ontwormingskuur bedoelt. Nooit gehad dus! De volgende dag dus weer terug naar de kliniek om mijn ontlasting te laten onderzoeken. Gelukkig is de test op vier of zes verschillende wormen en parasieten negatief. Van de vier pillensoorten hoef ik er uiteindelijk maar twee te gebruiken.

Dan kan ik eindelijk naar de Victoria Waterval en dat vind ik zeker zo spannend! Maar het zicht erop blijkt ditmaal niet zo spectaculair. Door de enorme regenval in de bovenstroming van de Zambezi komt er zoveel water naar beneden, dat de bijbehorende opstuivende nevel het uitzicht voor het grootste deel belemmert. Net aan de oostelijke kant is er een fraai zicht; even verderop is de enige pret een soort tropische regenbui. Wel is er met het mooie weer een fraai zicht op de brug naar Zimbabwe. Met nog een paar anderen meld ik me aldaar aan voor een sprong in het diepe. Als ik dat dan toch een keer in mijn leven wil doen, dan is dit de enige plek voor me. Ook hier moet ik vooraf op de weegschaal en weer staat de wijzer op 72kg; een hele geruststelling voor me, ik ben dus niet echt afgevallen ook al voelt het soms wel zo.

Ik ben nauwelijks zenuwachtig en het verbaast me achteraf met welk gemak ik de sprong in de 111 meter diepe kloof maak. De kick komt als de snelheid merkbaar wordt door de luchtstroming langs mijn gezicht en even later het elastiek zich begint te spannen. Net boven het water begint vier seconden later al de eerste terugvering naar de brug. Ik begin te tollen en zie afwisselend de onderkant van de brug, het water en de oevers. Door de stuivende waterval nabij zijn vele regenbogen zichtbaar. Door de steeds terugkerende gewichtloosheid heb ik geen idee waar ik me bevind. Dan komt er voor de eerste keer een mannetje aan een koord langszij. Dat herhaalt zich nog een paar keer en uiteindelijk krijgt hij mij te pakken. Hij vraagt hoe ik heet, waar ik woon en of ik me goed voel. Samen worden we naar de onderzijde van de brug getakeld en als ik los ben gemaakt, loop ik via de grenspost van Zimbabwe weer terug naar het bovendeel van de brug. De witte streep overlopend ben ik weer terug in Zambia en een ervaring rijker.



's Avonds eet ik in het kamp een lekker bord friet met kip en groente en afsluitend een goede yoghurt. Veel te laat lig ik in bed, maar ach, morgen hoeven we maar tachtig kilometer te fietsen, dus dat wordt een eitje.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Stoer!
Ik doe het je niet na.

Veel plezier de laatste weken want wat gaat de tijd toch snel.

Groetjes Elsbeth

Anoniem zei

WAAAAUUUUUW!!!
blij dat ík niet hoef.......
nu zitten je dewirms in je oren?
L.

marcel beekmans zei

leuk verhaal joh, je vermaakt je eigen dus wel:P

gr marcel