vrijdag 1 augustus 2008

ALLONGÉ À PARIS

Een mooie gelegenheid om te trainen doet zich voor; ik kan met Ferdinand naar Paris fietsen. De combinatie van samen fietsen en vakantie vieren houd ik er graag in. Deze tocht zal dan niet zo lang en zwaar zijn, maar een bepakte fiets voortbewegen is toch een betere training dan onbeladen door ons vlakke land toeren. Met slechts een paar dingen willen we vooraf rekening houden: de tijd is beperkt tot twee weken en er moet gefilmd en gefotografeerd worden in verband met Ferdinand's Calvijn-project; we gaan dus een route via Noyon rijden.

We vieren vakantie met koffie en gebak op terrasjes. De eerste dag trappen we met zon en matige wind door een echt Nederlands landschap. In België ervaren we de miserabele sfeer die campings daar hebben. De koffie en het gebak daarentegen springen er bij onze buren juist positief uit. We bezoeken Leuven, krijgen alle eigenaardigheden van de kerk van Hoegaarden uitgelegd en genieten van het glooiende landschap en het contrast van het Maasdal. De Condor krijgt - zoals ik inmiddels wel gewend ben - veel belangstelling van de bevolking. Het eten en de biertjes smaken naar meer.

Het heeft tweemaal ’s nachts geregend en pas op de zesde dag krijgen we onze eerste buien overdag. We zijn dan in Frankrijk en hebben een aangenaam fietskampeerleven, we slapen prima en eten lekker. Omdat ik me nauwelijks met de route bemoei, heb ik alle gelegenheid om me het landschap te laten welgevallen. Al pedalerend mijmer ik over hoe heerlijk twee jaar geleden onze tocht naar de Méditerranée was. In Laon nemen we een dag de tijd om de oude stad te bekijken en wat te fotograferen; er wordt gefilmd ten behoeve van het Calvijn-project. Ferdinand heeft ter ere van de viering van de vijfhonderdste geboortedag van deze man een flinke hoeveelheid werk te doen. Daarna fietsen we naar de geboorteplaats van deze man die in ons land zo’n diversiteit aan invloeden heeft achtergelaten. We logeren in Noyon in een comfortabel hotel.

De laatste dag is met 125 kilometer de langste etappe. Dat we wat later dan gebruikelijk op de bestemming komen is niet erg. Na voorsteden en het centrum van Paris te hebben doorkruist, wacht de familie ons op met een smakelijke maaltijd, een warme douche en een lekker bed. Het is een welkom weerzien. De enige dag dat we in Paris zijn, doen we nauwelijks iets; we slenteren en slempen in de Jardin de Luxembourg, halen herinneringen op, bijten in een falafel en een biertje. ’s Avonds eten we in een typisch Parijs restaurant.

Het is op zich al een belevenis om per fiets vroeg in de ochtend door het nog stille Paris te rijden, maar met de belangstelling voor mijn ligfiets wordt dat nog leuker. Autoraampje wordt opengedraaid, commentaar, ja zelfs applaus klinkt vanaf het trottoir en ook op Gare du Nord is er veel bekijks. Dat zal straks in Afrika waarschijnlijk niet minder zijn. De bepakte ‘vélo allongé’ blijft, meer nog dan in Nederland, een opmerkelijke verschijning en uitroepen als ‘fabuleux’, ’bravo monsieur’ en ‘regarde ça, c’est curieux’ klinken altijd weer leuk in mijn oren. De terugreis duurt gelukkig slechts een fractie van de tijd die we heen hebben gefietst, want in de trein heb ik geen ligplaats.

Geen opmerkingen: