dinsdag 31 maart 2009

LILONGWE

Vertrekkend uit Chitimba gaan we terug de bergen in. Die eerste beklimming rijd ik met de truck mee, want mijn maag heeft al enkele dagen last van kramp als ik meer dan twee boterhammen probeer te eten. Het blijft er wel in, maar tijdens het eten krijg ik een soort lichte misselijkheid. Fietsen is daarna even geen pretje. In de loop van de ochtend wordt het wel beter. Tijdens het eerste deel van de rit is er een fraai uitzicht over het meer. Er vallen nog zware buien en die contrasteren mooi met de spiegeling in het water van het felle licht van de opkomende zon. De weg is bochtig en de truck gaat traag. De fietsers zullen het niet gemakkelijk hebben.

Ik eet er nog wat bij op het lunchpunt en vanaf daar fiets ik naar Mzuzu. Bij binnenrijden van het stadje blokkeert mijn achterwiel omdat het spatbord afbreekt. Ter plekke sloop ik beide spatborden eraf en maak één van de vele nieuwsgierige omstanders gelukkig met de nog bruikbare restanten. Als je hier nog eens komt en je ziet een lokale fiets met smalle banden en brede spatborden, dan weet je hoe dat komt. We verblijven in de tuin van een mooie lodge, zodat we over fatsoenlijke douchefaciliteiten beschikken. Dat is lekker in dit plakkerige klimaat. Ondanks dat de temperatuur ergens in de twintig graden is, zorgt het hoge vochtgehalte voor een hoop geplak.

We behoren de volgende dag weer terug naar het meer te rijden, maar een stuk zuidwaarts is een brug weggespoeld en daardoor de weg afgesloten. We vervolgen onze route dan maar door de bergen, waarop een zestal mensen besluit hun fiets even aan de bananen te hangen en zelfstandig alsnog naar het meer terug te keren voor een paar dagen rust. Ook haakt hier een rijder af die er na bijna drie maanden achterkomt, dat fietsen toch niet zijn passie is. Evenmin had hij door waar hij dan wel aan het fietsen was .... Ik vind dat hij het nog lang uitgehouden heeft.

De route door de bergen is één dag korter dan voorzien met als gevolg een extra rustdag in Lilongwe. We rijden hellinkje-op-hellinkje-af en dat is soms op het saaie af. Wat voor voldoende afwisseling zorgt zijn de werkelijk fantastische vergezichten en de soms apart gevormde bergen; ronde kale basaltkogels in het weelderig begroeide landschap. Verder zijn er natuurlijk de dorpen maar het is hier minder dicht bevolkt dan de kuststrook. Wordt bij het meer mais en rijst verbouwd, in de bergen is het vooral mais, bananen en tabak. Onder menig afdak hangt de oogst van dat laatste te drogen en in één van de dorpen zie ik hoe het verpakt en op de truck geladen wordt. Een veel te zwaar en flink scheef bepakte vrachtwagen passeert me en een paar kilometer verderop zie ik hem alweer weer in de berm hangen.

Ik heb al geruime tijd geen ezels en paarden meer gezien. Hier worden koeien gebruikt voor het trekken van de kar en zwaar werk op de akkers; mensen doen het lichtere werk. Helemaal nieuw sinds het begin van de tocht zijn varkens. Voornamelijk kleine zwarte exemplaren scharrelen langs de weg en tussen de huizen. Vervoer van zo'n beest gaat achterop de fiets en om niet teveel herrie in het dorp te krijgen, wordt de bek dichtgebonden met stro.

Een enkele keer is er een politie controlepost. Meestal rijden we daar rustig door, maar ik moet ook nu weer een keer stoppen. Niet omdat mijn papieren gecontroleerd moeten worden, maar om mijn fiets te bewonderen en de werking uitgelegd te krijgen. Ik vertel over de voor- en nadelen van mijn fiets, hoe de onderdelen en de kilometerteller werken en dat ik vandaag alleen een deel van de dag rijd omdat ik me niet helemaal fit voel. De agenten begrijpen nu kennelijk dat ik liggend fiets omdat ik beroerd ben. 'Misschien kunt u ons laten zien hoe u de fiets weer in normale positie zet als u zich weer gezond voelt'. Dan pas snappen de mannen dat op mijn fiets altijd in liggende houding gefietst wordt en er geen rechtop mogelijkheid is. Zij lachen en zijn verbaasd dat ik zoveel kilometers in liggende houding afleg en wensen me -met de zegen van onze lieve heer- een behouden vervolg van de reis.

Verder in de richting van Lilongwe komen er langs de weg vooral pompoenen, komkommers en bonen in de verkoop. Tijdens een praatje wordt me duidelijk gemaakt dat binnenkort ook aardnoten geoogst gaan worden. In de winkel zie je verpakte 'Malawi nuts', een lokaal gebrande pinda met wat zout en kruiden. Als buitenlander ben je hier nog wel een 'Mzungu' en nog immer wordt er om geld gevraagd. Eénmaal zelfs op bescheiden toon in keurig Engels: 'Hey white man, give me your money'. Ik krijg haast de neiging om dit keer maar toe te geven.

De dagen tot Lilongwe regent het niet meer en we hopen stilletjes dat de regentijd een beetje over is. Maar wraak volgt; enkele kilometers voor ik in het kamp aankom, begint het weer flink te plenzen en doorweekt stap ik van de fiets. Eerst maar een drankje alvorens de tent op te zetten. Het regent die nacht en de daarop volgende dag nog weer een paar keer flink. Het dichtmaken van de tentnaden heeft gelukkig succes gehad; lekken blijven uit.

In Lilongwe gaan we op jacht naar geldautomaten, lokale lekkernijen en omdat we sommige etenswaar ook wel missen ook op bezoek bij de westers ogende supermarkt. Er is een keurig café waar heerlijke koffie met lekkere broodjes wordt geserveerd en dat is natuurlijk niet goed voor me gezien de eerdere maagkramp. De tweede rustdag besteed ik dan ook in lamlendige toestand in de onmiddelijke omgeving van mijn tent. Zie hier de reden van het late verschijnen van dit bericht. Er komen nog twee Nederlandse reizigers in het kamp op doorreis naar vrienden in Zambia. Ik hoor ze de receptie verzoeken of ze meegebrachte rookworsten in de koeling mogen stallen. Ik krijg ineens zin in boerenkool en spruitjes.

donderdag 26 maart 2009

CHITIMBA

Het goede nieuws is dat de niersteenpatiënt de nacht voor zijn geplande vertrek zijn steen pardoes is kwijtgeraakt en weer fietst.

Vanochtend werd ik wakker door het geluid van de bescheiden golfslag in het meer van Malawi. Mijn tent staat nu op het strand van een welhaast paradijselijk plekje waar we een rustdag hebben. Na het vertrek uit Iringa hebben we nog drie dagen over erg drukke wegen gefietst. Door met name voortrazende vrachtwagenchauffeurs moet ik enkele keren in rap tempo het asfalt verruilen voor de berm. De volgende dag zijn elkaar passerende vrachtwagens er de oorzaak van dat pal voor mij alweer een rijder met een gebroken elleboog in de berm beland en naar huis moet. De rest van de rijders komt zonder ongelukken in het kamp. Onderweg zien we vooralsnog zonnebloemen en we passeren ook een fabriekje waar ze tot olie verwerkt worden. In de dorpjes eten we als tussendoortje naast chapati’s en geroosterde maiskolven ook ‘chips mahai’, een vette mengeling van patat met eieren en wat groente.

Bij Uyole is het linksaf naar de grens met Malawi en wordt de weg rustiger. Eerst nog wel een flinke heuvelrug over, maar daarna kunnen we de rest van de dag bijna ongehinderd naar beneden suizen. Vanaf hier zien we veel thee- en bananenplantages en vanuit de bergen is er een eerste blik op het meer van Malawi ver beneden ons. In totaal dalen we zo’n 1700 meter en dat is goed te merken. Is de lucht vanwege de regentijd al zeer vochtig, nu komt daar de warmte van het laagland nog bij. Net over de grens is het dan ook een ongekend plakkerig kleffe nacht aan de rand van rijstveldjes van waaruit het geluid van duizenden minuscule kikkertjes klinkt. Gisteren reden we het eerste deel van de dag door miezerige regen. Jas aan is er echter niet bij om het niet nog warmer te krijgen; dan maar liever een nat t-shirt. Bij aankomst in het kamp schijnt de zon gelukkig weer volop en er blaast een aangename wind. Hier moet ik maar eens een weekje luieren, is gelijk het idee.

De grenspassages zijn hier overigens een wassen neus. Het is dat we officieel moeten doen, maar je zou eigenlijk ongehinderd de grens over kunnen rijden. Een eerste zichtbaar verschil met Tanzania is de grotere armoede in Malawi. Daarnaast is het aantal moeders met een kind op de rug verbazend hoog. Veelal zijn het kinderen die vragen om geld, hoewel de vrouwen ook redelijk brutaal zijn in dit gedrag.

Voorafgaand aan een rustdag krijgen we geen diner en op de rustdag zelf ook geen maaltijden. Aangezien de accommodatie hier in Chitimba niet is ingesteld op groepen en om te voorkomen dat we uren moeten wachten op zestig individuele maaltijden, gaan we gezamenlijk aan de slag om een diner en ontbijt in elkaar te draaien. Gisteravond was dat een bescheiden pasta met koolsla en kip, maar vanochtend smulden we van wentelteefjes, fruitsalade, geroosterde noten en perencompote vergezeld van lokale kruidenthee. In razend tempo bak ik tweehonderd worstjes. De rest van de dag doe ik de was, vervang de remblokjes van de fiets, probeer de tent beter waterdicht te krijgen en oh ja, het is rustdag.

vrijdag 20 maart 2009

IRINGA

De eerste fietsdag vanuit Arusha is een gemakkelijke. Wel druk op de weg met safari-landcruisers, maar de matige wind blaast in de rug en we hebben asfalt. Onderweg bezoeken we een 'slangentuin' en zien we giraffen. Verder ook weer veel vogels maar verder geen groot wild. We kamperen in een primitief kampje vlakbij het Manyara meer en het Tarangire wildpark. Nadat ik een vijfde lekke band heb gekregen, onderzoek ik de boel nog maar eens en alle lekken blijken op dezelfde plaats te ontstaan. De buitenband heeft een verdachte plek en vervangen brengt gelukkig de oplossing.

De volgende dag gaat het er gelijk ruiger aan toe; asfalt is er voorlopig niet meer bij en de weg bestaat soms uit klei maar meestal uit grove kiezels of zand. Het is een gehobbel van jewelste, maar door de dubbele vering kom ik redelijk snel vooruit. De hellingen omhoog met keien zijn wel moeilijk voor me en dan moet ik soms een stukje lopen. Iedereen is trouwens verbaasd dat ik diezelfde hellingen naar beneden juist zo gemakkelijk af kom; het zijn soms net droge rivierbeddingen.


Het regent af en toe even heftig, meestal aan het einde van de dag of in de avond. We meanderen om de modderpoelen en ravotten met de rotsige weg. Menigeen stuitert 's nachts in de tent nog na. In de verte zie ik zebra's en twee keer zie ik een paar apen de weg oversteken. Ze zijn helaas te snel verdwenen om op de foto te krijgen. We rijden dwars door onbewoonde gebieden met eigenlijk oerwoud om ons heen. Het landschap is weer totaal anders dan voorheen en het blijft mooi dat allemaal vanaf de fiets te ervaren. De enkele dorpjes die er soms zijn, geven de gelegenheid wat van het geïsoleerde leven te zien en een hapje en frisdrankje te nemen.

De tent is 's ochtends meestal nog nat, dus inpakken moet met wat meer zorg gebeuren en neemt wat meer tijd in beslag. Nadat er al een probleem is geweest om de trailer met watertank (500 l.) de helling over te krijgen, gaat later van één van de trucks de ophanging van de achtervering kapot; het ziet er naar uit dat die niet meer dezelfde avond in Dodoma aan kan komen. Die middag zit ik in de truck, dus ik moet op een ander manier verder. Fietsen gaat even niet, maar ik kan met de juist passerende pastoor meeliften. Deze heeft me keurig bij ons hotel in Dodoma afgeleverd, waar ik uit voorzorg een kamer neem, want als de truck niet komt heb ik ook geen tent. Kort voor duister invalt komt de truck toch nog; eten hebben we dan al via het hotel geregeld. Er is voor zestig personen een buffet georganiseerd. Maar het personeel van het hotel beseft niet dat we hongerige fietsers zijn. Onze eigen kok springt snel bij om tot drie keer toe rijst, groenten en vlees aan te laten vullen.

De dag daarna is het een korte rit van slechts 95 km. Het wordt een echt warme dag vanwege de sterke zonnestraling; er zijn gewoon weer even minder wolken ondanks de regentijd. Met veel steenslag, weinig heuvels en nu langs weer wat meer dorpen bereiken we ons volgende 'bushcamp'. Omdat er een dorpje op ongeveer een kilometer vandaan ligt, hebben we weer veel belangstelling van de bevolking. Altijd goed voor een praatje en een enkele leuke foto. De teelt van gewassen waar men van leeft wordt steeds beter zichtbaar; er is meer landbouwgrond rond de dorpen. Gisteren waren dat hoofdzakelijk zonnebloemen en het leek zelfs even Frankrijk. De truck gaat voor een tweede keer kapot en komt pas na zonsondergang bij het kamp. Dat werd tent opzetten in het donker.

De dagen erna zien er min of meer hetzelfde uit, maar er doen zich ook wat ernstiger zaken voor. Paul komt dusdanig ten val dat hij naar huis terug moet om zijn zwaar beschadigde elleboog te laten repareren; helaas einde Tour d'Afrique voor een zeer serieuze rijder. En er zijn meer valpartijen, dus de zusters moeten de hele verbandtrommel erbij halen om schrammen en gaten in de huid te dichten. Waarschijnlijk zijn zes fietsdagen over hobbel-de-bobbel wegen een beetje te veel van het goede; een paar rijders geven aan echt moe te zijn. Enkelen slaan zelfs een paar fietsdagen over en nemen de lokale bus naar Iringa. Als ik dit schrijf, is het volgende slachtoffer voorbereidingen aan het treffen om naar huis te gaan met een vermoedelijke niersteen. Verder hebben we een typhusgeval, een nierontsteking en een val na overmatig biergebruik.

Ik ga hier weer naar de kapper, maar de man heeft kennelijk geen ervaring met blond sluik haar. Met mijn aanwijzingen is de 'coupe Iringa' uiteindelijk een ultra korte coiffure geworden. En verder gaat het goed. Ik heb flinke honger en wil morgen weer fietsen. Vanaf hier is er overigens volop asfalt dus alleen de bergen mogen me nog dwars zitten. Ik verheug me erop het volgende stukje Afrika op mijn rug te nemen. De groeten vanuit een vriendelijk en bedrijvig stadje, waar het lekker warm is, het eten goed smaakt en alle kindertjes weer op de foto willen.

donderdag 12 maart 2009

ARUSHA

Direct de eerste ochtend in Nairobi maak ik kennis met een paar nieuwe rijders die vanaf hier een stukje van de Tour d'Afrique of helemaal tot Kaapstad mee zullen fietsen. In de ochtend ben ik al zenuwachtig; hoe is het de rijders vergaan en hoe zijn ze er nu aan toe? Het weerzien is hartverwarmend. Iedereen omarmt me en wil weten hoe het met me gaat. Hun verhalen over de laatste week in Ethiopië en de moeilijke tocht door het noorden van Kenia zijn zeer divers. De meesten hadden het wel gehad met de stenen gooiende kinderen en velen hebben tegen wil en dank grote delen door Noord Kenia niet kunnen fietsen; de wegen bleken te moeilijk. Een enkeling is tussentijds elders met vakantie gegaan en één rijdster is ongelukkig van de fiets gestapt met als resultaat een gebroken enkel. Ik ben heel blij de meesten gezond en wel terug te zien en aanstonds op de fiets te mogen klimmen !!

Het vertrek uit Nairobi gaat weer in konvooi. Totaal overbodig, want na één keer rechtsaf slaan is het verder steeds de weg volgen. De belachelijk lage snelheid (11km/h) van de nieuwe chauffeurs maakt het verder irritant en gevaarlijk. Na een uur is iedereen vrij om in eigen tempo te rijden. Ik onderga dan direct het verschil met voor mijn plotselinge vertrek uit Ethiopië: links rijden in plaats van rechts en aanduidingen op verkeersborden zijn weer in begrijpelijk schrift. 'Salaamno' werd 'jambo' en 'ferendji' is 'mzungu' geworden. De zon draait weliswaar nog steeds van oost naar west maar nu via het noorden en de vaak kleurloze voddige kleding heeft plaats gemaakt voor veelkleurige doeken van meestal Maasai. Ogenschijnlijk kleine veranderingen, maar ik ben duidelijk in een geheel ander stukje Afrika beland. Het enthousiasme vanuit de bevolking voor de fietsers is gelukkig nagenoeg onveranderd.

De eerste dag is het even wennen. Het ochtendritueel gaat gesmeerd, maar er staan wel gelijk 160 km op het programma en ik krijg een lekke band. We overnachten weer in een mooi kampje. Ik fiets maar één dag in Kenia, want de volgende dag gaan we gelijk de grens met Tanzania over. De weg-in-aanleg is een klein deel puur vulkaanpuin en ook hier heb ik weer een lekke band. Omdat het steeds het achterwiel betreft, controleer ik 's avonds maar eens de gehele velg en de banden van binnen en buiten. Zelfs een extra onderzoek door de reparateur brengt niets vreemds aan het licht. Maar eens zien hoe het de volgende étappe gaat.

Dinsdag vertrek ik met een deel van de rijders op driedaagse safari. Eerst gaan we naar de Ngorongoro krater en daarna door naar het aangrenzende Serengeti. Het leuke is dat de overnachtingen plaats vinden in dezelfde lodges waar ik 27 jaar geleden tijdens mijn eerste safari ook verbleef. We hebben geluk met het weer en zien echt van alles. Naast de gebruikelijke beestenboel spannen de copulerende leeuwen en de jagende cheeta's wel de kroon. Niet iedereen heeft een even serieuze safari-instelling, maar iedereen komt wel met een heel tevreden gevoel terug in Arusha.

Vanwege waardeloos traag internet blijft het bij dit korte verslag. Over ongeveer een week hoop ik me vanuit Iringa weer te melden.

vrijdag 6 maart 2009

NAIROBI

Allereerst dank ik iedereen die zo meelevend van zich heeft laten horen gedurende de onplezierige onderbreking van mijn fietstocht. Ook al had ik er rekening mee gehouden, de reden van onderbreken was zeer zeker niet leuk. De belangstelling doet me goed.

Ik kan niet anders dan verder gaan met waar ik aan begonnen ben. Ook al was mijn hoofd in Nederland meestal bezig met de zorg bij pa, ik miste de fietsers, ik miste het fietsen, ik miste Afrika. Helaas zijn zestien fietsdagen door deels onbekend gebied aan me voorbij gegaan. Iets positiefs had de onderbreking gelukkig ook; ik heb alvast enkele foto's in mijn fotoboek gezet.

Gisteren is de vlucht naar Nairobi gladjes verlopen, de chauffeur stond keurig met een auto te wachten en mijn bedje voor de eerste nacht was gespreid. Een vreemd gevoel had ik wel om zomaar weer net aan de andere kant van de evenaar terecht te komen; per vliegtuig en niet - zoals het hoort - per fiets.

Ik ben nu in het kamp waar ik de groep weer zal ontmoeten en ik ben ontzettend nieuwsgierig naar hun verhalen en ervaringen!!