maandag 9 februari 2009

BAHIR DAR

Eigenlijk zou dit stukje "Lalibela" kunnen heten, want de rustdag in Bahir Dar is in de knel gekomen door een ingelast en qua tijd uit de hand gelopen bezoek aan Lalibela.

Met vier anderen heb ik besloten een fietsdag op te geven ten gunste van een bezoek aan het "Jeruzalem van Afrika". Niet meer dan een uit de kluiten gewassen bergdorp ontleent het zijn bekendheid aan een elftal kerken, die letterlijk uit de grond zijn vrijgehakt. Het is één van de vele interessante plaatsen in Ethiopië. Koning Lalibela wilde een vrij Jeruzalem stichten zonder de bemoeienis van Moslims, Joden of westerse Christenen. Gecombineerd met nog wat andere redenen kwam in ruim veertig jaar een tweetal kerkcomplexen gereed. Verder is er zijn meesterwerk – de apart staande kerk van St. George - te vinden. Ooit was het rijk Ethiopië vele malen groter en belangrijker dan nu en was het noordelijk gelegen Axum hoofdstad. De precieze geschiedenis zal ik na thuiskomst nog eens bestuderen.

Binnen 24 uur voor vertrek heeft de reisorganisator drie maal de plannen gewijzigd over wel of niet vliegen en in welke richting dan wel. Wij vertrekken met een negen-persoons busje over de slechte en nog in aanleg zijnde weg. Het zal niet langer dan zes uur plus lunch-stop moeten duren; het worden er bijna elf. Allereerst rijdt de auto veel te hard en vliegen we regelmatig zowat uit de stoelen. Als één van ons met het hoofd tegen het plafond vliegt, is het genoeg; langzamer rijden is onze opdracht. Een uur na invallen van de duisternis krijgen we een lekke band. Dat is natuurlijk geen probleem, maar wel als je reserveband ook lek en leeg is. Er is geen zaklamp aan boord en geen drinkwater. We denken al aan overnachten in het busje. Gelukkig komt er nog een vrachtwagen langs en onze chauffeur en mecaniciën kunnen mee naar het volgende dorp. Daar worden de banden gerepareerd. Twee uur later gaat de reis verder en even voor middernacht arriveren we alsnog in Lalibela. Aldaar is het hotelpersoneel nog in spannende afwachting van ons en ze hebben zelfs het avondeten nog voor ons klaar staan. Afgepeigerd en welhaast meer dood dan levend val ik gelijk na het eten in slaap maar voel me de volgende dag gelukkig weer helemaal fris en fruitig.

Ondanks dat de rit een hotsende en klotsende ervaring is, heb ik er toch enorm van genoten. Al die prachtige landschappen en lopende mensen langs de weg. Zij zijn - soms vergezeld door een ezel of muildier - onderweg naar het eerstvolgende dorp met uiteenlopende koopwaar: brandhout, kippen, manden, mest en graan. Het wisselende landschap en de mensen maken Ethiopië tot een ongekend fotogeniek land. Dat dringt eigenlijk tijdens deze rit pas goed tot me door, want de eerste dagen moest ik vooral opletten op de weg en eventueel vervelende kinderen.

We worden ter plekke door onze gids naar de kerken gebracht. De aankomst bij de eerste kerk had niet beter gepland kunnen zijn, want de kerk gaat net uit en het is een bijzonder gezicht om de kerkgangers - de meesten gehuld in witte dekens – naar buiten te zien komen. Een moment van eerbied voor de vele diep religieuze mensen in dit land is dan wel op zijn plaats.

We zijn zo ongeveer de enige bezoekers en krijgen van Mario uitgebreid uitleg over het ontstaan en de bouw van de kerken. Sommigen zijn groot en het dak wordt gesteund door dikke pilaren. Andere zijn simpel, niet veel meer dan een uitgehakte kamer, maar bijna altijd is er een priester aanwezig en deze toont steeds heel gedwee de aanwezige relikwiën. Vaak een aantal beschilderde doeken of dierenhuid en altijd een tweetal kruizen. De laatsten als het even kan van goud.

We lunchen in het hotel en de ene overnachting blijken er dan inmiddels twee te zullen worden. De terugvlucht is niet geboekt en we willen dan maar weer dezelfde weg terug te hobbelen; maar wel de volgende dag, want we genieten van een lekkere dag voor onszelf in dit bijzondere dorp. Hoe dat later met de financiën moet, zien we dan wel weer.

’s Middags bezoeken we de tweede groep kerken. Nadien heb ik een ontmoeting met Bekire, die sinds vorig jaar door Louise gesteund wordt in zijn opleding. Het is een bijzonder innemende jongen en de ontmoeting is warm en vriendelijk. Ons afscheid komt door tijdgebrek alweer veel te snel. Tijdens het diner wordt voor ons een complete ‘coffee ceremony’ uitgevoerd. Bonen branden, fijnstampen, het mengen met water en eventueel kruiden is een mooi gezicht en de koffie smaakt prima.

De volgende ochtend vertrekken we weer vroeg om ons bij de groep te kunnen voegen. Ook deze rit duurt lang en pas tegen vijf uur rijden we langs het Tana meer en over het allereerste stukje Blauwe Nijl (ontspringt uit dit meer) het stadje Bahir Dar binnen. De straten zijn hier stukken schoner dan we eerder zagen en er is veel groen en bloemen. Bij het hotel aangekomen, besluit ik de tent deze nacht niet meer op te zetten en neem een kamer. ’s Avonds eet ik een lekkere pizza vergezeld van een groot glas gemengd vruchtensap (mango, sinaasappel en avocado) en een biertje op een nabijgelegen terras. Het leven is goed als je geld hebt. In de directe omgeving wordt veel gebedeld en direct achter de hoofdstraten oogt het stukken minder fris; ook hier heet het Afrika.

Geen opmerkingen: